Ik ben in 1965 geboren in Amsterdam en groeide er op. Na de middelbare school volgde ik een opleiding tot goudsmid en werkte enkele jaren bij een Amerikaanse edelsmid.
Van 1989 tot 1995 studeerde ik aan de Gerrit Rietveld Academie. De eerste twee jaar op de afdeling Sieraden, daarna met een vrij pakket. Uiteindelijk studeerde ik af op de afdeling theatervormgeving met meer dan manshoge objecten in dezelfde vormentaal als mijn eerdere sieraden.
Al in het laatste jaar van de kunstacademie werkte ik in de praktijk. Ik maakte objecten en rekwisieten voor een dansvoorstelling, decors voor kleine concerten en het toneelbeeld voor de uitreiking van de Amsterdamse Kunstprijzen 1994. Na de Rietveld Academie volgden 12 jaren waarin ik werkte als zelfstandig ruimtelijk vormgever. Opdrachten van MOJO (aankleding Drum Rythm Festival, North Sea Jazz Festival), diverse festivals (IDFA, Nederlands Filmfestival, festival Mundial, Mbirafestival IJsbreker) en autonome kunstprojecten op oa Oerol en voor particuliere opdrachtgevers. Naast decors/aankleding voor manifestaties zoals de doop van de klipper Stad Amsterdam werkte ik mee aan film- en televisieproducties (oa De Wetenschapsquiz, Boeken met Wim Brands, Heimwee TV Hier is Adriaan van Dis). Ik ontwierp en realiseerde de tentoonstellingsvormgeving voor exposities in de Beurs van Berlage, het Afrika Museum en museum Boymans van Beuningen. Ik ontving de ‘Perspectiefreis’, een aanmoedigingsprijs voor podiumkunstenaars achter de schermen van Stichting Aanmoedigingsprijs voor de Kunsten.
In 2004 deed ik een aantal schrijfcursussen. Het gevoel van vrijheid dat ik op de kunstacademie had ervaren kwam ermee terug. In 2005 schreef ik mij in op de Schrijversvakschool Amsterdam. Ik wilde fictie schrijven maar in het basisjaar maakte ik kennis met essayistiek en non-fictie. Het was de opmaat tot mijn huidige werk waarin ik graag over waargebeurde geschiedenissen schrijf in een literaire, verhalende vorm. In het afstudeerjaar koos ik voor een begeleider van buiten de Schrijversvakschool. Jan Brokken schrijft zowel fictie als non-fictie. Onder zijn toeziend oog werkte ik aan Luchtcowboy; het waargebeurde verhaal van een avonturier die in wrakke vliegtuigen de wereld over vloog als dierentransporteur, met mijzelf als 20-jarig paardenmeisje als assistent. Het manuscript werd opgemerkt door uitgeverij Nijgh en van Ditmar en in 2011 uitgegeven.
Intussen bewoonden mijn vriend en ik vanaf 2001 een woonschip in een Amsterdamse haven. In 2007 kochten wij een vrachtschip ‘uit het werk’ dat wij zelfstandig verbouwden tot varend woonschip. Alfons Marie is een klipper uit 1901. In een ruime eeuw is zij stukje bij beetje aangepast aan de steeds veranderende eisen van de binnenvaart. Omdat het verleden van het schip mij interesseerde ging ik op zoek naar haar geschiedenis. Die zoektocht leverde een schat van prachtige verhalen en anekdotes op, niet alleen over de vijf generaties schippers die met het schip gevaren hebben, maar ook over een eeuw Nederlandse binnenvaart. Het resulteerde in het boek Een vrouw van staal, de buitengewone biografie van een binnenvaartschip dat in 2015 werd uitgegeven door uitgeverij Brandt.
Dat boek bracht mij een nieuwe wereld in. Tijdens lezingen die ik over Een vrouw van staal gaf, ontmoette ik veel oud-beroepsschippers wiens verhalen te mooi waren om niet te bewaren. Het schippersvakbladSchuttevaer bood mij daarvoor de ruimte: ik schreef zo’n 50 schippers-portretten voor de serie Schippers van Weleer. Nadat Een vrouw van staal ook in de maritieme wereld bekend geraakt was, werd ik regelmatig benaderd door waterwerkers met mooie verhalen. Ook die schreef ik op. Voor Schuttevaer maar ook voor VLOT-magazine en EOC-magazine, bladen voor schippers en waterbewoners, die weer nieuwe watervertellingen aanleverden. Ze zijn te vinden onder de kop ‘In opdracht’ in de menubalk op deze website. Daar staan ook de Scheepjournaals waarin ik verhaal over het leven op een varend woonschip.
In 2019 werd ik door BUOG (Bedenkers en Uitvoerders van Ongewone Gebeurtenissen) gevraagd een toneeltekst te schrijven over de geschiedenis van een verkommerde koftjalk. De dochter van Martenshoekwerd in oktober 2019 een week lang gespeeld in Delfzijl in opdracht van Stichting de Watervloot.
In 2021 beschreef ik, in opdracht van de huidige eigenaar, de geschiedenis van een Zeeuws havencafé uit 1873 dat in het verleden een belangrijke rol vervulde voor vrachtschippers. De Gekroonde Suikerbiet, een formidabel verhaal over Het Beste Café van Nederland werd uitgegeven door uitgeverij Brandt.
Mijn fascinatie voor de strijd tussen mens en natuurkracht die begon op de Rietveld Academie, leidde tot mijn twee volgende boeken. Waddenwolf (Uitgeverij Brandt 2020) vertelt over een jonkheer die haast de Waddenzee drooglegde. De waargebeurde geschiedenis van de Amelander dam lijkt vergeten. Dat is jammer omdat het een mooi voorbeeld is van het Hollands verlangen de natuur naar onze hand te zetten en wat voor gevolgen dat hebben kan.
Ook Een nieuwe tijd, Zeeland na de ramp (Alfabet Uitgevers 2023) verhaalt over de noodzaak ven een afgewogen evenwicht tussen het water en de mens. Het literaire non-fictie boek waarin particuliere vertellingen over hoe het verder ging na de ramp worden afgewisseld met vaarverslagen (vanaf mijn eigen schip) over de huidige situatie op de door het Deltaplan afgesloten zeearmen, werd genomineerd voor de Amarte Literatuurprijs 2023 en bekroond met de Zeeuwse Boekenprijs 2023.
Het afgelopen jaar ben ik essays gaan schrijven over onze omgang met het water. Ze zijn gepubliceerd in NRC Opinie & Debat. Ook deze zijn te lezen onder de kop ‘in opdracht’ op deze website.
Naast mijn schrijven werk ik als toneelmeester bij Buitenhof (VPRO) en bij Het Filosofisch Kwintet (HUMAN)